Om een gelijke en doeltreffende toepassing van de gedragscode te waarborgen, worden de lidstaten verzocht om de twee jaar bij de Commissie een verslag over de praktische werking van de gedragscode in te dienen. Op basis van deze verslagen brengt de Commissie verslag uit aan de Raad en kan zij een voorstel tot herziening van de bepalingen van de gedragscode indienen.
[1] Voorbehouden: Bulgarije is de mening toegedaan dat winstcorrecties ingevolge een aanpassing van de kostprijs van een lening (d.w.z. het rentepercentage) onder de werkingssfeer van het Arbitrageverdrag vallen. Tegelijk is Bulgarije van mening dat het Arbitrageverdrag daarentegen geen betrekking heeft op winstcorrecties die hun oorsprong vinden in aanpassingen van het financieringsbedrag. Het feit dat de nationale voorschriften van de lidstaten grote onderlinge verschillen vertonen, alsook het feit dat er geen internationaal erkende reeks voorschriften bestaat voor de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel (arm′s length-principle) op de kapitaalstructuur van ondernemingen zijn van aanzienlijke invloed op de mate waarin winstcorrecties ingevolge een aanpassing van het leningbedrag aan het zakelijkheidsbeginsel beantwoorden.Tsjechië zal de door het Arbitrageverdrag vastgestelde procedure van onderling overleg niet toepassen in zaken die onder de nationale voorschriften ter bestrijding van misbruik vallen.Nederland deelt de zienswijze dat een correctie van het rentetarief (kostprijs van de lening) die krachtens op het zakelijkheidsbeginsel gebaseerde nationale wetgeving is geschied, onder de werkingssfeer van het Arbitrageverdrag valt. Aanpassingen van het leningbedrag, alsook krachtens het zakelijkheidsbeginsel verrichte aanpassingen van de aftrekbaarheid van de rente die door een op onderkapitalisering gebaseerde aanpak zijn ingegeven of krachtens het zakelijkheidsbeginsel verrichte aanpassingen die hun oorsprong vinden in de wetgeving ter bestrijding van misbruik, worden geacht buiten de werkingssfeer van het Arbitrageverdrag te vallen. Nederland handhaaft zijn voorbehoud tot de OESO richtsnoeren zal hebben verstrekt over de wijze waarop het zakelijkheidsbeginsel moet worden toegepast op de onderkapitalisering van verbonden ondernemingen.Griekenland is van oordeel dat de correcties die onder de werkingssfeer van het Arbitrageverdrag vallen, die zijn welke betrekking hebben op het rentetarief van een lening. Aanpassingen van het leningbedrag en de aftrekbaarheid van de lopende rente op een lening dienen niet onder het Arbitrageverdrag te vallen, wegens de beperkingen die door de vigerende nationale wetgeving worden opgelegd.Hongarije is van mening dat alleen die gevallen waarin de dubbele belasting haar oorsprong vindt in de aanpassing van het rentetarief van de lening en de aanpassing op het zakelijkheidsbeginsel gebaseerd is, onder de werkingssfeer van het Arbitrageverdrag vallen.Italië is van oordeel dat het Arbitrageverdrag kan worden ingeroepen in gevallen van dubbele belasting die hun oorsprong vinden in prijscorrecties van financiële transacties die niet in overeenstemming met het zakelijkheidsbeginsel zijn geschied. Omgekeerd kan dat verdrag niet worden ingeroepen om een oplossing te vinden voor gevallen van dubbele belasting die hun oorsprong vinden in aanpassingen van het bedrag van de lening, of de gevallen van dubbele belasting die zich hebben voorgedaan wegens de onderlinge verschillen tussen de nationale voorschriften betreffende het toegelaten financieringsbedrag of betreffende de aftrekbaarheid van de rente.Letland interpreteert het Arbitrageverdrag in die zin dat het niet kan worden ingeroepen ingeval de dubbele belasting het gevolg is van de toepassing van de algemene nationale wetgeving betreffende de correcties van het bedrag van de lening of betreffende de aftrekbaarheid van rentebetalingen die niet gebaseerd is op het zakelijkheidsbeginsel als omschreven in artikel 4 van het Arbitrageverdrag.Daarom is Letland van mening dat alleen aanpassingen van rente-aftrekken die krachtens op het zakelijkheidsbeginsel gebaseerde nationale wetgeving zijn geschied, onder de werkingssfeer van het Arbitrageverdrag vallen.Polen is van mening dat de door het Arbitrageverdrag vastgestelde procedure alleen van toepassing is op rente-aanpassingen. Correcties van het leningbedrag horen niet onder de werkingssfeer van het verdrag te vallen. Onzes inziens is het nagenoeg onmogelijk te bepalen hoe de kapitaalstructuur er in de praktijk moet uitzien om in overeenstemming te zijn met het zakelijkheidsbeginsel.Portugal is evenwel bereid zijn standpunt te herzien zodra op internationaal niveau consensus is bereikt, met name op basis van OESO-richtsnoeren, over de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel op het bedrag van de schulden (onder meer in geval van onderkapitalisering) tussen verbonden ondernemingen.Slowakije is van mening dat een correctie van het rentepercentage op grond van op het zakelijkheidsbeginsel gebaseerde wetgeving onder de werkingssfeer van het Arbitrageverdrag moet vallen, maar dat de winstcorrecties die uit de toepassing van nationale voorschriften ter bestrijding van misbruik voortvloeien, buiten de werkingssfeer van het Arbitrageverdrag moeten vallen.
[2] Voorbehoud: De vertegenwoordiger van de Italiaanse belastingdienst is van mening dat "de datum van de eerste aanslag of soortgelijke maatregel waarin of waarmee een verrekenprijscorrectie is uitgevoerd en waarvan dubbele belasting in de zin van artikel 1 het gevolg is of kan zijn" als aanvangsdatum van de termijn van drie jaar moet worden beschouwd, aangezien de toepassing van het bestaande Arbitrageverdrag beperkt zou moeten blijven tot de gevallen waarin een verrekenprijscorrectie is uitgevoerd.
--------------------------------------------------
